Inleiding
Een goed idee, een club van studenten en burgers met belangstelling voor de middeleeuwen. Met dat doel richtte een groepje studenten en medewerkers van de vakgroepen Neerlandistiek aan de Universiteiten van Utrecht en Amsterdam (UVA) in 1984 een vereniging op die alras de naam Firapeel zou krijgen, genoemd naar het luipaard uit de Vos Reynaerde, dat vrede stichtte onder de uiteenlopende dieren aan het hof van Koning Nobel.
De eerste bijeenkomst was meteen raak: een lopend buffet met middeleeuwse hapjes naar recepten uit het boek Van Soeter Cokene, recepten uit de Oudheid en Middeleeuwen (nu alleen nog antiquarisch te koop), bereid door een groepje van de initiatiefnemer zelfs. De club trok zowel studenten en medewerkers uit Utrecht en Amsterdam, trouwens niet slechts neerlandici maar ook historici en liefhebbers uit andere disciplines, als mensen van buiten de universiteit. Er werd een gevarieerd programma opgezet met lezingen over allerlei aspecten van de middeleeuwse cultuur en geschiedenis, en daarnaast excursies naar bezienswaardigheden in binnen- en buitenland, een- of meerdaagse tochten. Ook praktische kundigheden kwamen aan bod: behalve het bereiden van middeleeuwse hapjes hebben we ook eens een workshop handwerken gehad, waarin we vakkundig leerden om een kaproen in elkaar te naaien, een hoofddeksel met afhangende slip dat geregeld op schilderijen en miniaturen is te zien.
De club kreeg al gauw naast een mededelingenblaadje in Madoc een eigen orgaan, waarin uiteenlopende onderwerpen van meer dan persoonlijk belang wetenschappelijk werden behandeld voor een groot publiek. Ook de rubriek met nieuwe ontdekkingen of opgravingen voorzag in een behoefte. Madoc, ook weer een naam uit de Reynaert, het dieren epos van “Willem die Madoc maakte”. Neerlandistiek lag aan de basis van dit gezelschap, dat zich in veertig jaar over tal van andere disciplines heeft uitgebreid. Moge het blijven bloeien.