Archief activiteiten – 2023

13 mei: Stadswandeling Enkhuizen

Architectuurhistoricus Gerrit Vermeer leidde ons rond door Enkhuizen, dat is ontstaan uit Gommerskarspel en Enkhuizen; deze twee dorpen kregen in 1356 stadsrechten en vergroeiden later tot het huidige Enkhuizen. Na koffie/thee met gebak bezichtigen we gedurende twee uur de middeleeuwse stadskern en bezoeken we twee stadskerken. De Zuiderkerk beschikt nog over alle middeleeuwse gewelfschilderingen (1484); de Westerkerk heeft enkele belangrijke voorwerpen van voor de Reformatie en de enige in situ overgeleverde stadslibrije in Nederland.

3 juni: De ongrijpbare vos

Aan de hand van zijn recente boek Introducing the Medieval Fox vertelt emeritus hoogleraar Paul Wackers ons aan de hand van veel illustraties over de rol van de vos in de middeleeuwse samenleving in West-Europa. Snel is duidelijk dat de mensen destijds geen vrienden zijn van de vos. Dit ondier steelt immers graag onze kippen, eenden, ganzen. De enige goede vos is dus een dode vos! Maar de vos is wel gewild vanwege zijn pels en er wordt veel op hem gejaagd. Ook wordt de vos graag gebruikt (door de kerk) als voorbeeld of symbool van het duivelse en het slechte. Hij stinkt immers, woont diep onder de grond en bedriegt iedereen.

1 juli: Pelgrimage naar Maria van Handel (N.-B.)

Rond 1220 vond een boer uit Bakel in een meidoornstruik een houten beeldje van Onze Lieve Vrouwe. Vanwege alle wonderen moet er dan een kapel gebouwd worden, maar als het span met ossen niet op de aangewezen bouwplaats stopt, maar elders, is ook dit een duidelijk wonder: hier toont Maria haar wil!
In juni 2023 liepen zo’n 1400 mensen vanuit Valkenswaard naar de Mariakapel in de Onze Lieve Vrouwe-kerk in Handel. Op 1 juli volgen zestien Firapelers in deze eeuwenoude traditie, maar dan vanuit Gemert. Aldaar, waar de Duitse Orde vroeger een kasteel bezat, krijgen zij een verrassend interessante rondleiding.

30 september: De Utrechtse Pieterskerk

In zijn romaanse vorm uit tufsteen en rood zandsteen was de Pieterskerk (1040) onderdeel van het Utrechtse kerkenkruis (keizer Hendrik III?). Deze kapittelkerk was bestemd voor een gemeenschap van kanunniken die woonden in een immuniteit waar de wereldse overheid niets te zeggen had. In latere eeuwen werd het gebouw steeds in uiterlijk en vorm veranderd. Huismeester Katrijn Kuypers vertelt hoe het romaanse uiterlijk in 1370 werd aangepast aan de toen moderne gotiek (met spitsboogvensters). De twee torens van deze kerk raakten beschadigd bij een storm en werden afgebroken. Vanwege het 950-jarig bestaan verscheen er recent een prachtig boek over dit bijzondere kerkgebouw, dat nog steeds gebruikt wordt voor kerkdiensten en concerten.

6–8 oktober: Bourgondisch genieten in Mechelen (B)

Rond 1600 was Mechelen een van de belangrijkste cultuursteden. Vanaf 1473 was de stad tot bloei gekomen dankzij de vestiging van de belangrijkste rechtbank: het Parlement. Ook twee (power)vrouwen, Margaretha van York en Maria van Bourgondië, maakten Mechelen bestuurlijk en cultureel groot. Voor een gezellige groep Firapelers waren dit goede redenen om deze Belgische stad nader te verkennen. De meerdaagse excursie startte met een begeleide wandeling langs de relevante gebouwen. Ook het mysterieuze Mechelen (over de legenden), de plaatselijke biercultuur (die teruggaat op keizer Karel V) en de refugie van de abdij van Tongerlo, waar men nog steeds wandtapijten weeft en restaureert, stonden tijdens deze excursie op het programma.

9 november: ‘Tot den bouw gegeven’

René de Kam, conservator Stadsgeschiedenis vergeleek drie Utrechtse bouwprojecten in de periode 1400-1535: de Dom, de stadsommuring en kasteel Vredenburg. Hij combineerde veel feitelijke gegevens over opdrachtgeverschap, de organisatievorm en de dagelijkse praktijk van het uitvoerende bouwbedrijf met historische afbeeldingen, rekeningen en organogrammen. Zijn lezing was levendig, omdat hij over iedere bouwplaats een ander verhaal kon vertellen. Aan de Dom werkte slechts een kleine groep mensen, die daar hun gehele inkomen uit haalden, terwijl er bij de stadsommuring bijna niemand fulltime op de bouwplaats werkte. Belangrijk was – toen en nu – dat bij alle projecten zowel efficiënt als binnen het budget werd gewerkt.